No products in the cart.
Peter van Wolferen
Cliëntondersteuner WLZ (Wet Langdurige Zorg).
Wat laat Peter lachen, verbazen, irriteren of een combinatie daarvan? Volg zijn verhalen hier !
Hij werkt sinds een aantal jaren als cliëntondersteuner WLZ (Wet Langdurige Zorg). Deze organisatie wordt door de overheid gefinancierd. Als taak heeft deze organisatie, om zorgvragers (vaak mensen met een beperking), die onder deze wet vallen, te ondersteunen als zij verdwalen het het grote zorg-bos.
Daarnaast speelt Peter mee in een toneelstuk voor middelbare scholen.
Vanaf begin februari 2025 verschijnt op woensdag zijn 2-wekelijkse column.
Je zult verrast zijn waarover lachen, verbazen en irriteren gaat. Soms is het hilarisch, maar vaak ook een gifbeker voor betrokkenen. Dat zijn degene die de juiste zorg nodig hebben als ook mentoren, bewindvoerders, vaak verwanten.
Wist jij dat er organisaties nodig zijn als Cliëntondersteuningplus om diegenen die zorg nodig hebben te helpen als ze verdwalen in het grote zorg – bos?
Dat deze organisaties het hardstikke druk hebben? Dus kennelijk verdwalen veel zorgvragers.
Elke week een nieuw verhaal waarover je kunt lachen en nadenken.
Sinterklaas bestaat echt !!!
Sinterklaas bestaat niet.
Cliënt wil graag een vervoersvoorziening die buiten alle opties van gemeente of zorgverzekering valt.
Nadat dat duidelijk geworden is wil cliënt graag weten wat er dan nog wel mogelijk is.
We komen uit op fondsenwerving en crowdfunding.
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan blijkt al snel. Het is een zoektocht naar welke fondsen zich richten op de betreffende voorziening en ze hebben allemaal hun eigen formulieren. Al met al kost het nog heel wat tijd om dat uit te zoeken maar uiteindelijk lukt dat. En dan is het afwachten. Een aantal fondsen reageert heel snel, zowel wat betreft toewijzen als afwijzen. Cliënt houdt het nauwlettend bij en zijn stemming is een redelijke barometer van de gemaakte begroting.
Cliënt is daarnaast een niet onverdienstelijk sneltekenaar. En hoewel hij dat nog niet eerder voor geld gedaan heeft besluit hij dat eens uit te gaan proberen. Vrienden zorgen voor een stevig tafeltje en met een paar mensen gaan ze enkele keren tijdens de markt mensen “lokken” om een origineel portret te laten maken.
De marktbezoekers lijken het wel leuk te vinden om te kijken maar zijn minder happig om zichzelf te laten uittekenen. Al met al levert het geen schip met geld op……….
Tekenen wordt ook lastiger. Het waait en regent best vaak in Nederland.
Na bijna een half jaar komen we nog een flink bedrag te kort. Het is de vraag of het allemaal wel haalbaar is.
En dan komt er ineens een hele onverwachte wending. Tijdens het opruimen van de tekenspullen raakt cliënt in gesprek met een toeschouwer. En ze blijken een gezamenlijke interesse te hebben. Bekijken elkaars foto’s op hun mobieltje en hebben een lang gesprek.
En ineens doet de toeschouwer een zeer genereus aanbod, hij biedt aan om het bedrag dat we nog tekortkomen bij te leggen.
Cliënt belt mij zeer enthousiast. En ik heb mijn vragen. Het is wel een groot bedrag.
Je kent hem niet. Weet je het wel zeker. Maar ik krijg een telefoonnummer en heb een heel verrassend gesprek.
En na het sturen van een rekeningnummer wordt per kerende post een bedrag overgemaakt.
Binnenkort kunnen we naar een winkel om een voorziening te gaan kopen. Sinterklaas bestaat niet maar er loopt op zijn minst een persoon rond die erop lijkt.
2 april 2025
Regeltjes zijn belangrijker dan .......
Op papier is het allemaal zo mooi geregeld………………
Maar de praktijk is soms zo weerbarstig.
Ik ben al maanden op zoek naar een behandelplek voor een cliënt met lichamelijke problematiek, psychische klachten en middelengebruik.
Dat is een lastige combinatie.
Samen met een collega hebben we inmiddels zo’n 50 organisaties gesproken. Resultaat 0.
Frustrerend!
Maar nog meer frustrerend is de manier waarop instanties en organisaties omgaan met een dergelijke vraag.
Het Zorgkantoor ziet het als een woonprobleem en dan hoeven zij er niets mee. Alle andere problemen komen volgens hen hieruit voort.
Een aantal organisaties meldt op de website wel een mogelijkheid te hebben maar in de praktijk (aantal mails, regelmatig bellen, rekening houden met vakanties van personeel) krijg je na een week of 4 een afwijzing want “in deze combinatie van problematiek” is men niet gespecialiseerd.
Het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) trekt in een bezwaarprocedure de indicatie in, omdat er nog nader onderzoek noodzakelijk is. Vreemd, dat is in de oorspronkelijke aanvraag nooit gemeld.
De tijdelijke opvang vraagt zich af: “waarom wij dit moeten doen” (de opmerking “waarom niet” heb ik maar ingeslikt, die leek me niet sfeer verhogend).
Ambulante zorg begint het wel welletjes te vinden want er komt geen definitieve oplossing.
De gemeente vindt het niet haar probleem want het valt onder de WLZ (Wet Landurige Zorg) (mee eens, maar er zijn meerdere problemen).
Als ik het aantal uren optel van alle overleggen en het aantal mensen die daarbij aanwezig zijn, dan is daaraan inmiddels een fors bedrag uitgegeven. Zonder tot enige oplossing te komen.
Onbegrijpelijk dat we niet in staat zijn verder te kijken dan alle regeltjes en afgebakende kaders. En als je niet precies in het kader valt, dan moet je maar een hokje verder.
De ouders staan machteloos toe te kijken hoe hun kind langzaamaan in de vernieling gaat. Met dank aan al die regeltjes en kadertjes.
Met hulp van collega’s, veel knip- en plakwerk, gaan we hier op termijn wel een oplossing voor vinden. Wordt het niet eens tijd dat we naast alle regeltjes en overleggen weer meer kijken naar de mens.
Wat deze nodig heeft en hoe we het kunnen regelen in plaats van verschuiven naar een ander bordje?
19 maart 2025
De macht van ............
De macht van het geschreven woord.
Soms loop je als cliëntondersteuner tegen iets aan dat veel complexer is dan je in eerste instantie denkt. Ik had ooit wel eens gehoord van de uitdrukking: “de pen is machtiger dan het zwaard” maar dat leek me niet van toepassing binnen mijn werk.
Je kunt je vergissen.
Probleem:
Ouders hebben een andere opvatting van de mogelijkheden van eten die hun kind heeft, dan de instelling. Komt vaak voor, je zou denken dat je met praten en bv foto’s of filmpjes daar gezamenlijk uit moet komen. Dat was een misvatting; wat de instelling vond staat namelijk in het ECD (electronisch cliënt dossier). En dat kunnen ouders niet invullen. Sterker nog, als het kind in het weekend thuis is dan kunnen ouders nergens aangeven wat zij zien. Deze informatie verdwijnt in het niets. Instelling geeft aan dat zij filmpjes maken maar die krijgen ouders niet want ze maken onderdeel uit van een onderzoek. Vreemd, als ouders (die ook mentor en bewindvoerder zijn) heb je daar toch gewoon recht op. En de opnames van ouders worden genegeerd. Men weigert ernaar te kijken want de instelling heeft de expertise dus zij hebben beelden van ouders niet nodig. Vervolgens moeten ouders ook niet twijfelen aan die expertise, want dan is er sprake van een vertrouwenskwestie en kunnen ouders kiezen; conformeren of wegwezen. Waarbij vooral benadrukt wordt dat zij echt een keuze hebben………………… Uiteindelijk is de boel behoorlijk uit de klauwen gelopen en wordt er zelfs een WZD (Wet zorg en dwang) maatregel ingezet. Ouders maken daar bezwaar tegen maar lopen tegen een muur. Bij de beoordeling door de bezwaarcommissie wordt er gekeken naar wat er geschreven staat in het ECD. En dat is anders dan wat ouders zien. Maar wat niet opgeschreven staat wordt niet meegenomen in de beoordeling. En zo escaleert iets wat met een beetje normaal overleg toch te regelen zou moeten zijn in een hoog oplopend conflict. Ik heb me de afgelopen maanden afgevraagd waarom dat nodig is en kom tot de conclusie dat het allang niet meer gaat over het eten maar over wie het voor het zeggen heeft. Inmiddels zijn de verhoudingen dusdanig verziekt dat er naar een andere woonvorm gezocht moet worden. Dat zwaard heeft de instelling dan. Ouders en ik hebben dat niet. Ik (de ondersteuner) kan alleen een stukje schrijven in de hoop dat dat, als is het maar voor de andere bewoners, op den duur tot iets positiefs gaat leiden. 5 maart 2025
Betere zorg
“De cliënt verdient betere zorg dan wij kunnen leveren”
Dat is de eerste uitspraak van de interimmanager tijden het gesprek dat we hebben omdat zij de zorg voor een cliënt op wil zeggen.
Manager, type pittig kapsel, hippe bril en standaard glimlach, is duidelijk. De zorg is nauwelijks meer te regelen. Intensief en voor veel uren. Het tekort binnen de zorg is ook bij deze instelling voelbaar.
Zij heeft al een afspraak gehad met een andere instelling en daar kan de cliënt naar toe. Dossier is al besproken met de daar aanwezige arts en teamleider.Voortvarend.
De cliënt is boos en verdrietig. Er is hem toegezegd dat hij hier zou kunnen blijven wonen tot het einde. Ook voelt hij zich niet welkom meer.
Als ik hem na het eerste gezamenlijke gesprek nog even alleen spreek gaat het vooral over het gemak waarmee hij buiten gezet dreigt te worden, zo voelt dat voor hem. Daarbij vindt hij het alternatief niet geweldig. Letterlijk 3 hoog achter op een kleinere, donkere kamer van waar hij zelfstandig niet naar buiten kan gaan. En minder goed bereikbaar voor vrienden en familie die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer.
In de gesprekken die volgen besluit de cliënt al snel zelf de touwtjes in handen te nemen. Als hij dan weg moet dan wel naar een goede alternatief. We gaan samen op zoek naar een goede andere woonplek. We spreken met lotgenoten en krijgen adviezen. Met hulp van onder andere een bewonersraad kunnen we een afspraak maken bij een andere instelling die door een interne verhuizing ook nog een heel geschikte kamer kan bieden. Op de begane grond met openslaande deuren. En voor familie zonder auto redelijk bereikbaar.
We zitten nu in de afrondende fase. Gesprekken over wie wat regelt met de verhuizing, een vergoeding voor de kosten en de verhuisdatum.
In de laatste mail vraagt de cliënt wat ik vind van een lichtgele muur. Hij heeft zin om zijn kamer geheel in eigen stijl in te richten.
Natuurlijk had hij liever geen verhuizing gehad maar hij heeft besloten er het beste van te maken. En is heel tevreden over alle beslissingen die hij heeft genomen.
Spoedverhuizing
“Voorkomen van een spoedverhuizing”
Ik zit bij een overleg met ouders en de teamleider.
Die teamleider heeft zojuist verteld dat dochter naar een andere woonplek moet: ‘We hebben andere plannen voor de invulling van de zorg.
We gaan voor betere zorg en daarom concentreren wij die op een andere plek. We hadden u hier misschien wat eerder in mee moeten nemen, we zijn dat helaas vergeten.’ Dan veegt moeder een traan van haar wang terwijl ze zegt: ‘Ze is toch geen pak suiker?’
Een tijdjes terug kregen ouders van een medewerker de vraag wanneer zij bij de nieuwe woning gingen kijken. ‘Hoezo, nieuwe woonplek, waarom?’ En toen viel het gesprek stil. Medewerker zei alleen nog dat ze een afspraak bij de teamleider konden maken. Ouders maakten zich zorgen en vroegen of ik bij het gesprek wil zijn.
Ontluisterend, denk ik, als ik hoor wat er gezegd wordt. Zonder informatie naar ouders blijkt dat er al anderhalf jaar geleden een plan is gemaakt. De afdeling wordt gesloten voor de huidige bewoners. Zij hebben te veel zorg nodig, dat is gemakkelijker te regelen als zij geclusterd wonen. De gedragsdeskundige heeft al bepaald op welke groep dochter terecht kan. Of ouders even willen tekenen bij het kruisje.
Nee, dat willen ouders niet. De huidige woning is een aantal malen aangepast aan de eisen die voor hun kind nodig waren. En eindelijk, na jaren gedoe, is er een prettige woning en loopt de zorg goed. Dat willen ze nu niet zomaar opgeven. Grote kans dat het tijden kost voor dochter weer dezelfde zorg heeft.
Buiten overleggen we verder wat er nu mogelijk is.
Eerst maar eens alle informatie opvragen en kijken wat we daarmee kunnen. Aan de hand daarvan hebben we een aantal gesprekken gehad over wat de ouders willen en wat de instelling kan bieden. Tijdens de gesprekken met ouders ben ik, op hun vraag, kritisch naar hun verlangens. In gesprekken met de ouders en instelling sta ik achter de ouders.
Gezamenlijk hebben we een klacht geschreven over de gang van zaken. Ik ga mee naar de hoorzitting van de klacht. En tussendoor bellen en mailen we. En we eten samen een gebakje als ouders op alle punten winnen.
Een jaar later is dochter nog op haar woonplek. Verhuisplannen zijn van tafel.
Ik kom nog een keer langs om de zaak af te sluiten. En zie een stralend kind in haar eigen appartementje waar ze helemaal op haar plaats is.
Weergaven: 9